Hoge Raad, 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3542, 15/01415
Hoge Raad, 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3542, 15/01415
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 december 2015
- Datum publicatie
- 11 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3542
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:1158
- Zaaknummer
- 15/01415
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
11 december 2015
Nr. 15/01415
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 februari 2015, nr. 13/00878, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Arnhem (nr. AWB 11/1877) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2007 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.