Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:649, 14/03304
Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:649, 14/03304
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 maart 2015
- Datum publicatie
- 20 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:649
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:1472
- Zaaknummer
- 14/03304
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 maart 2015
Nr. 14/03304
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 mei 2014, nr. 13/00309, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 06/3603 en AWB 06/3604) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2002 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.