Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:653, 14/05750
Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:653, 14/05750
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 maart 2015
- Datum publicatie
- 20 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:653
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3213
- Zaaknummer
- 14/05750
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
20 maart 2015
Nr. 14/05750
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 1 oktober 2014, nr. BK-09/00051, betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 24 november 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim uiterlijk op 17 februari 2015 te herstellen.
Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 25 februari 2015 bij de Hoge Raad ingekomen brief met bijlagen wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2015.