Home

Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:669, 14/05759

Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:669, 14/05759

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 maart 2015
Datum publicatie
20 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:669
Formele relaties
Zaaknummer
14/05759

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

20 maart 2015

Nr. 14/05759

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 1 oktober 2014, nr. BK-10/00302, betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2001 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.

Bij aangetekende brief van 24 november 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim uiterlijk op 17 februari 2015 te herstellen.

Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 25 februari 2015 bij de Hoge Raad ingekomen brief met bijlagen wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2015.