Home

Hoge Raad, 16-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:82, 14/05557

Hoge Raad, 16-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:82, 14/05557

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 januari 2015
Datum publicatie
16 januari 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:82
Formele relaties
Zaaknummer
14/05557

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

16 januari 2015

Nr. 14/05557

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 september 2014, nr. 13/00314, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/131) betreffende de afwijzing van het verzoek tot vergoeding van proceskosten.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Blijkens een door de griffier van het Gerechtshof Amsterdam op de uitspraak van het Hof gestelde aantekening is een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen verzonden op 17 september 2014.

Blijkens een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening is dit beroepschrift op 6 november 2014 ter griffie van de Hoge Raad binnengekomen.

Het beroepschrift in cassatie is derhalve niet ontvangen binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in het onderhavige geval eindigde op 29 oktober 2014. Het is evenmin tijdig ingediend in de zin van artikel 6:9, lid 2, Awb.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 10 november 2014 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Hetgeen belanghebbende in haar brief van 12 november 2014 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.

Gelet op het hiervoor overwogene moet het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2015.