Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:833, 14/05767
Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:833, 14/05767
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 3 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:833
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:4217
- Zaaknummer
- 14/05767
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
3 april 2015
Nr. 14/05767
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 25 september 2014, nrs. 13/00725 en 13/00726, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. AWB 13/1594 en AWB 13/1609) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2007 en 2009 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.