Home

Hoge Raad, 17-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1221, 15/03963

Hoge Raad, 17-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1221, 15/03963

Gegevens

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

17 juni 2016

Nr. 15/03963

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 15 juli 2015, nrs. BK‑15/00222 tot en met BK-15/00224, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 15/938 tot en met SGR 15/940) betreffende een door belanghebbende gedaan verzoek om een voorlopige voorziening.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing