Hoge Raad, 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:135, 15/03443
Hoge Raad, 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:135, 15/03443
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 januari 2016
- Datum publicatie
- 29 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:135
- Zaaknummer
- 15/03443
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
29 januari 2016
Nr. 15/03443
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2015, nr. 14/00442, betreffende het verzoek van belanghebbende tot herziening van de uitspraak van dat Hof van 10 juni 2010, nr. 04/03028.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2016.