Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1415, 15/05045
Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1415, 15/05045
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2016
- Datum publicatie
- 8 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1415
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2770
- Zaaknummer
- 15/05045
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 juli 2016
Nr. 15/05045
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 16 september 2015, nr. BK‑14/01398, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 13/9066) betreffende een ten aanzien van belanghebbende voor het jaar 2009 gegeven informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, lid 1, AWR.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.