Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1425, 15/05577
Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1425, 15/05577
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2016
- Datum publicatie
- 8 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1425
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:8878
- Zaaknummer
- 15/05577
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 juli 2016
Nr. 15/05577
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 november 2015, nr. 14/01278, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 13/5850) betreffende een verzoek als bedoeld in artikel 19 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.