Home

Hoge Raad, 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:187, 15/04101

Hoge Raad, 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:187, 15/04101

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 februari 2016
Datum publicatie
5 februari 2016
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:187
Formele relaties
Zaaknummer
15/04101

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

5 februari 2016

Nr. 15/04101

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 29 juli 2015, nrs. BK‑14/01573 t/m BK-14/01579, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 14/4924, 14/4925, 14/4927, 14/4928, 14/4929, 14/4931 en 14/9089) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2006 tot en met 2009 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de tijdvakken 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 en 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing