Hoge Raad, 12-08-2016, ECLI:NL:HR:2016:1919, 15/05555
Hoge Raad, 12-08-2016, ECLI:NL:HR:2016:1919, 15/05555
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 augustus 2016
- Datum publicatie
- 12 augustus 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1919
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2997
- Aanvraag tot herziening van:, Afwijzing
- Zaaknummer
- 15/05555
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
12 augustus 2016
nr. 15/05555
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X]te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 28 oktober 2015, nr. BK-14/01400, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Molenwaard tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 13/1031) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Liesveld (thans: de gemeente Molenwaard) voor het jaar 2012 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.