Home

Hoge Raad, 16-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2086, 15/05337

Hoge Raad, 16-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2086, 15/05337

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 september 2016
Datum publicatie
16 september 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2086
Formele relaties
Zaaknummer
15/05337

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

16 september 2016

Nr. 15/05337

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 oktober 2015, nrs. 13/00287 en 15/00663 tot en met 15/00679, betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1991 tot en met 1995 en 1997 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de over de jaren 1992 tot en met 1996 en 1998 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake verhogingen dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 3 februari 2012 is op het beroep van belanghebbende vernietigd bij arrest van de Hoge Raad van 12 april 2013, nr. 12/01594, ECLI:NL:HR:2013:BZ6805, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2 Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Proceskosten

5 Beslissing