Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2151, 15/05387
Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2151, 15/05387
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 september 2016
- Datum publicatie
- 23 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2151
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2873
- Zaaknummer
- 15/05387
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
23 september 2016
Nr. 15/05387
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 9 oktober 2015, nrs. BK‑14/00401 en BK‑14/00402, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 13/3143 en SGR 13/3146) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen inzake de teruggaaf van omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.