Hoge Raad, 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2220, 16/01520
Hoge Raad, 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2220, 16/01520
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 september 2016
- Datum publicatie
- 30 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2220
- Zaaknummer
- 16/01520
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
30 september 2016
Nr. 16/01520
Arrest
gewezen op het verzoek van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 18 maart 2016, nr. 14/04112, ECLI:NL:HR:2016:421, BNB 2016/144.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, lid 1, van de Awb behelst.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2016.