Hoge Raad, 04-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2510, 16/02735
Hoge Raad, 04-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2510, 16/02735
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 4 november 2016
- Datum publicatie
- 4 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2510
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:2941
- Zaaknummer
- 16/02735
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
4 november 2016
Nr. 16/02735
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 april 2016, nrs. 15/00762 tot en met 15/00764, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 14/8321, AWB 14/8322 en AWB 14/8324) betreffende aan belanghebbende over het jaar 2008 opgelegde navorderingaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enkele klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.