Hoge Raad, 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2633, 15/04986
Hoge Raad, 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2633, 15/04986
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 november 2016
- Datum publicatie
- 18 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2633
- Zaaknummer
- 15/04986
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie gegrond. Zie ook 15/04983.
Uitspraak
18 november 2016
Nr. 15/04986
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 september 2015, nr. 10/00878, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 06/5802) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 1997 opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vier middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen 1, 2 en 3 kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Middel 4 slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 15/04983 tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad.
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met de nummers 15/04909, 15/04910, 15/04983 tot en met 15/04985 en 15/04992 met de onderhavige zaak samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.