Home

Hoge Raad, 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2685, 16/02940

Hoge Raad, 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2685, 16/02940

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 november 2016
Datum publicatie
25 november 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2685
Formele relaties
Zaaknummer
16/02940

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

25 november 2016

Nr. 16/02940

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. (voorheen [A] B.V.) te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 april 2016, nr. 14/00504, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/2821 en AWB 12/2870) betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2002 opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing