Hoge Raad, 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:279, 15/05077
Hoge Raad, 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:279, 15/05077
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 februari 2016
- Datum publicatie
- 19 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:279
- Zaaknummer
- 15/05077
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
19 februari 2016
Nr. 15/05077
Arrest
gewezen op het verzoek van Vof [X] te [Z] tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 november 2014, nr. 14/00218, ECLI:NL:HR:2014:3340.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat de partij die het verzoek heeft ingediend klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het verzoek dan wel omdat hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd klaarblijkelijk niet tot herziening van het hierboven vermelde arrest kan leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2016.