Home

Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:332, 15/04475

Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:332, 15/04475

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 februari 2016
Datum publicatie
26 februari 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:332
Formele relaties
Zaaknummer
15/04475

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

26 februari 2016

Nr. 15/04475

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 augustus 2015, nr. 14/00005, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant (nr. AWB 13/2661) betreffende een beschikking als bedoeld in artikel 52a, lid 1, AWR.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 4 november 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende laatstelijk bij aangetekende brief van 5 januari 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld binnen vier weken na de dagtekening van deze brief mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Die termijn eindigde op 2 februari 2016. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid niet tijdig gebruik gemaakt. De op 3 februari 2016 bij de Hoge Raad ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten.

Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2016.