Home

Hoge Raad, 25-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:483, 15/02447

Hoge Raad, 25-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:483, 15/02447

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 maart 2016
Datum publicatie
25 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:483
Formele relaties
Zaaknummer
15/02447
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 229

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

25 maart 2016

Nr. 15/02447

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 17 april 2015, nr. 14/00296, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost‑Brabant (nr. SHE 13/17) betreffende de ten aanzien van belanghebbende geheven leges.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing