Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:96, 15/03045
Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:96, 15/03045
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 januari 2016
- Datum publicatie
- 22 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:96
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:3125
- Zaaknummer
- 15/03045
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 januari 2016
Nr. 15/03045
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 mei 2015, nrs. 14/00160 tot en met 14/00164, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. AWB 13/3278 tot en met 13/3282) betreffende de aan belanghebbende over de tijdvakken 2007 tot en met 2011 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.