Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:98, 15/04298
Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:98, 15/04298
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 januari 2016
- Datum publicatie
- 22 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:98
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2931
- Zaaknummer
- 15/04298
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
22 januari 2016
Nr. 15/04298
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 augustus 2015, nrs. BK‑14/00604 en 14/01466, betreffende de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2012 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1] en [a-straat 2] (achter nr [...]) te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2016.