Home

Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1042, 15/05287

Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1042, 15/05287

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 juni 2017
Datum publicatie
9 juni 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1042
Formele relaties
Zaaknummer
15/05287

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Belastingrecht. Vordering Belastingdienst tegen belastingplichtige tot het verstrekken van inlichtingen (art. 47 AWR) over buitenlandse bankrekening (KB-Lux). Omschrijving bevel. Restrictie t.a.v. gebruik gegevens. Redelijkheidsclausule voor dwangsomsanctie?

Uitspraak

9 juni 2017

Eerste Kamer

15/05287

LZ/AR

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [eiser 1],

2. [eiseres 2],beiden wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

advocaat: aanvankelijk mr. A.J.F. Gonesh, thans mr. J.H. van Gelderen,

t e g e n

de STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst),zetelende te 's-Gravenhage,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de belastingplichtigen en de Staat.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak C/10/435063/KG ZA 13-1069 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 19 november 2013;

b. het arrest in de zaak 200.148.645/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 juni 2015.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben de belastingplichtigen beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Staat mede door mr. C.M. Bergman. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt de belastingplichtigen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 9 juni 2017.