Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2373, 16/04554
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2373, 16/04554
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2373
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:3020
- Zaaknummer
- 16/04554
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 september 2017
Nr. 16/04554
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende), alsmede het incidenteel beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 augustus 2016, nr. BK-15/01081, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/9366) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2014 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het College heeft incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft in het incidenteel beroep in cassatie een verweerschrift ingediend.
Het College heeft in het incidenteel beroep in cassatie een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten van belanghebbende en het College
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.