Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2378, 17/01558
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2378, 17/01558
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2378
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:762
- Zaaknummer
- 17/01558
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 september 2017
Nr. 17/01558
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 maart 2017, nr. BK‑16/00597, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 16/4269) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Delft.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (hierna: het dagelijks bestuur) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het dagelijks bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.