Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2658, 17/00516
Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2658, 17/00516
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 oktober 2017
- Datum publicatie
- 20 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2658
- Zaaknummer
- 17/00516
Inhoudsindicatie
Art. 14, lid 1, letter a, Wva. Deelkwalificaties. Voor toepassing afdrachtvermindering onderwijs is niet meer vereist dan dat ter zake van deelkwalificaties een beroepspraktijkvorming is gevolgd die deel uitmaakt van de beroepsbegeleidende leerweg.
Uitspraak
20 oktober 2017
nr. 17/00516
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 30 december 2016, nrs. SGR 16/2373 tot en met SGR 16/2375, betreffende de aan Coöperatie [X] U.A. te [Z] (hierna: belanghebbende) over de tijdvakken 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 en 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen. De uitspraak van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidenteel beroep naar voren gebracht.
2 Uitgangspunten in cassatie
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
In de onderhavige tijdvakken hebben diverse werknemers van belanghebbende een éénjarig maatwerkopleidingstraject gevolgd dat bestond uit twee deelkwalificaties van de in het Centraal Register Beroepsonderwijs opgenomen opleiding “Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2”.
De volledige opleiding “Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2” betreft een driejarige opleiding die bestaat uit vijftien deelkwalificaties.
Belanghebbende heeft in haar loonaangiften over de onderhavige tijdvakken met betrekking tot de werknemers die het maatwerkopleidingstraject hebben gevolgd, de afdrachtvermindering toegepast die is voorzien in artikel 14, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (hierna: de afdrachtvermindering onderwijs).
Naar aanleiding van een in 2014 bij belanghebbende ingesteld boekenonderzoek heeft de Inspecteur geconcludeerd dat belanghebbende voor de onderhavige tijdvakken ten onrechte de afdrachtvermindering onderwijs heeft toegepast en heeft hij de in dit geding bestreden naheffingsaanslagen opgelegd.
Voor de Rechtbank was in geschil of voor het recht op de afdrachtvermindering onderwijs vereist is dat de volledige beroepspraktijkvorming van de gehele driejarige opleiding “Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2” wordt gevolgd. De Rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord.
3 Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Het middel komt op tegen het oordeel van de Rechtbank dat voor de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs niet meer is vereist dan dat werknemers ter zake van deelkwalificaties van een beroepsopleiding een beroepspraktijkvorming hebben gevolgd die deel uitmaakt van de beroepsbegeleidende leerweg. Het middel faalt, omdat dit oordeel juist is.