Hoge Raad, 10-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2824, 17/02464
Hoge Raad, 10-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2824, 17/02464
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 november 2017
- Datum publicatie
- 10 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2824
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:3077
- Zaaknummer
- 17/02464
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
10 november 2017
Nr. 17/02464
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 april 2017, nrs. 16/00939 en 16/00940, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Nederland (nrs. LEE 16/947 en LEE 16/2299) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, alsmede de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.