Home

Hoge Raad, 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:299, 16/03396

Hoge Raad, 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:299, 16/03396

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
24 februari 2017
Datum publicatie
24 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:299
Formele relaties
Zaaknummer
16/03396

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

24 februari 2017

Nr. 16/03396

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 juni 2016, nr. BK-15/00333, betreffende ten aanzien van belanghebbende geheven leges.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers‑van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2017.