Hoge Raad, 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:389, 16/04759
Hoge Raad, 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:389, 16/04759
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 maart 2017
- Datum publicatie
- 10 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:389
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:3829
- Zaaknummer
- 16/04759
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
10 maart 2017
Nr. 16/04759
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 augustus 2016, nrs. 15/00790 en 15/00791, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 14/5178 en 14/5179) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikking met betrekking tot de jaren 2011 en 2012 als bedoeld in artikel 52a, lid 1, AWR.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.