Hoge Raad, 17-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:444, 15/03020
Hoge Raad, 17-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:444, 15/03020
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 maart 2017
- Datum publicatie
- 17 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:444
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:4072
- Zaaknummer
- 15/03020
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie ongegrond. Zie ook 15/03019.
Uitspraak
17 maart 2017
Nr. 15/03020
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 mei 2015, nrs. 14/00764 en 14/00765, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 14/141 en HAA 14/142) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen tot aansprakelijkstelling ingevolge de Invorderingswet 1990 voor de van de fiscale eenheid [X] B.V. en [A] B.V. c.s. te [Z] nageheven omzetbelasting over de periode 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 15/03019 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.