Hoge Raad, 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:623, 16/05301
Hoge Raad, 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:623, 16/05301
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 april 2017
- Datum publicatie
- 7 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:623
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:3955
- Zaaknummer
- 16/05301
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
7 april 2017
Nr. 16/05301
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2016, nr. BK/BK‑AMS 15/00587, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] .
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2017.