Home

Hoge Raad, 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:684, 16/04195

Hoge Raad, 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:684, 16/04195

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2017
Datum publicatie
14 april 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:684
Formele relaties
Zaaknummer
16/04195
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027] art. 8:41, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 30f

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

14 april 2017

Nr. 16/04195

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 5 juli 2016, nr. BK-15/00360, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/10301) betreffende de bij een aan belanghebbende opgelegde voorlopige aanslag in de erfbelasting gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing