Hoge Raad, 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:687, 16/04992
Hoge Raad, 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:687, 16/04992
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 april 2017
- Datum publicatie
- 14 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:687
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:2638
- Zaaknummer
- 16/04992
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 april 2017
Nr. 16/04992
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 31 augustus 2016, nr. BK‑15/00838, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/10652) betreffende het door belanghebbende gedane verzoek om een veroordeling in de proceskosten en de beschikking van de Ontvanger op een verzoek om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar tegen de aan belanghebbende in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Nu deze conclusie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.