Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:857, 16/03264
Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:857, 16/03264
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 mei 2017
- Datum publicatie
- 12 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:857
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:2116
- Zaaknummer
- 16/03264
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 mei 2017
Nr. 16/03264
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 17 mei 2016, nr. BK‑15/01053, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 15/2154) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2007 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.