Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1191, 17/02659
Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1191, 17/02659
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juli 2018
- Datum publicatie
- 13 juli 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1191
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:1327
- Zaaknummer
- 17/02659
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
13 juli 2018
nr. 17/02659
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 april 2017, nrs. 16/00220 en 16/00221, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Holland (nrs. HAA 14/5361 en HAA 14/5362) betreffende aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.