Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1358, 17/04146
Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1358, 17/04146
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 augustus 2018
- Datum publicatie
- 17 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1358
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:6121
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:231
- Zaaknummer
- 17/04146
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie ongegrond, zie ook 17/04145.
Uitspraak
17 augustus 2018
Nr. 17/04146
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 juli 2017, nr. 16/00059, op het hoger beroep van [X-Y] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/564) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2008 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 8 maart 2018 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:231).
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 17/04145 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 17/04145 met de onderhavige zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.