Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1368, 17/00880
Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1368, 17/00880
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 augustus 2018
- Datum publicatie
- 17 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1368
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:309
- Zaaknummer
- 17/00880
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 augustus 2018
Nr. 17/00880
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X], domicilie gekozen hebbende te [Z], (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 januari 2017, nrs. 15/00732 tot en met 15/00734, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 13/2415 tot en met 13/2417) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2007, 2008 en 2009 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.