Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1655, 18/01029
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1655, 18/01029
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1655
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:387
- Zaaknummer
- 18/01029
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 18/01029
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 30 januari 2018, nr. BK-17/00543, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 16/8776) betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Den Haag.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.