Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1660, 18/00941
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1660, 18/00941
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1660
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:675
- Zaaknummer
- 18/00941
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 18/00941
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 9 februari 2018, nrs. BK-17/00535 en BK‑17/00536, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 16/8779 en 16/8780) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Zoetermeer voor het jaar 2016 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1] en [a-straat 2] te [Q] .
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.