Hoge Raad, 21-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1705, 18/01170
Hoge Raad, 21-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1705, 18/01170
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 september 2018
- Datum publicatie
- 21 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1705
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:401
- Zaaknummer
- 18/01170
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
21 september 2018
Nr. 18/01170
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 27 februari 2018, nr. BK‑17/00501, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 16/8478) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.