Hoge Raad, 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1849, 17/05507
Hoge Raad, 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1849, 17/05507
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 oktober 2018
- Datum publicatie
- 5 oktober 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1849
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:8750
- Zaaknummer
- 17/05507
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
5 oktober 2018
Nr. 17/05507
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 oktober 2017, nrs. 15/01002 tot en met 15/01014 en 16/00836, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. LEE 14/2687, 14/2688, 14/2690, 14/2691, 14/2693, 14/2694, 14/2696 tot en met 14/2702 en 15/867) betreffende de aangiften kansspelbelasting over de tijdvakken mei 2010, juli 2010, augustus 2010, september 2010, juni 2012, juli 2012, september 2012, april 2013, mei 2013, juni 2013, juli 2013, augustus 2013, november 2013 en augustus 2014.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door B. Jongmans, advocaat te Halfweg, en D.G. Barmentlo, advocaat te Amsterdam.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.