Home

Hoge Raad, 02-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2042, 18/03233

Hoge Raad, 02-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2042, 18/03233

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 november 2018
Datum publicatie
2 november 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2042
Zaaknummer
18/03233

Inhoudsindicatie

HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

2 november 2018

Nr. 18/03233

Arrest

gewezen op het verzoek van [X] te [Z] tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 13 juli 2018, nr. 17/06040, ECLI:NL:HR:2018:1149.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening

De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, lid 1, van de Awb behelst.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2018.