Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2417, 18/01579
Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2417, 18/01579
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 december 2018
- Datum publicatie
- 21 december 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2417
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:2118
- Zaaknummer
- 18/01579
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
21 december 2018
Nr. 18/01579
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 maart 2018, nr. 17/00835, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 16/4323) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.