Hoge Raad, 16-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:360, 17/04192
Hoge Raad, 16-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:360, 17/04192
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 maart 2018
- Datum publicatie
- 16 maart 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:360
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:1693
- Zaaknummer
- 17/04192
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
16 maart 2018
Nr. 17/04192
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 juni 2017, nr. 17/00295, betreffende de aan belanghebbende in verband met de motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 27 november 2015 tot en met 26 februari 2016 opgelegde boetebeschikking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2018.