Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:466, 17/05892
Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:466, 17/05892
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 maart 2018
- Datum publicatie
- 30 maart 2018
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:466
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:9737
- Zaaknummer
- 17/05892
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
30 maart 2018
Nr. 17/05892
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 november 2017, nr. 16/01339, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 18 januari 2018 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna adresverificatie heeft plaatsgevonden en het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 19 februari 2018 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Hetgeen belanghebbende in haar brief van 26 februari 2018 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2018.