Hoge Raad, 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:578, 17/06010
Hoge Raad, 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:578, 17/06010
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 april 2018
- Datum publicatie
- 13 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:578
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:3583
- Zaaknummer
- 17/06010
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
13 april 2018
Nr. 17/06010
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 21 november 2017, nr. BK‑17/00503, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente, alsmede de voor dat jaar aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2018.