Hoge Raad, 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:639, 17/04041
Hoge Raad, 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:639, 17/04041
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 april 2018
- Datum publicatie
- 20 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:639
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:5862
- Zaaknummer
- 17/04041
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 april 2018
Nr. 17/04041
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2017, nrs. 16/00328 en 16/00329, op het hoger beroep van de Inspecteur alsmede het incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 15/4431 en 15/4432) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, alsmede de voor dat jaar opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.