Hoge Raad, 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:641, 17/04277
Hoge Raad, 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:641, 17/04277
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 april 2018
- Datum publicatie
- 20 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:641
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:3121
- Zaaknummer
- 17/04277
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 april 2018
Nr. 17/04277
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2017, nrs. 16/00328 en 17/00352, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Holland (nr. HAA 15/5191) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, alsmede de voor dat jaar opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.