Hoge Raad, 01-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:802, 17/04037
Hoge Raad, 01-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:802, 17/04037
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 juni 2018
- Datum publicatie
- 1 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:802
- Formele relaties
- Herstelde arrest: ECLI:NL:HR:2018:569
- Zaaknummer
- 17/04037
Inhoudsindicatie
Herstelarrest.
Uitspraak
1 juni 2018
nr. 17/04037
Herstelarrest
gewezen ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 13 april 2018, nr. 17/04037, ECLI:NL:HR:2018:569, gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2017, nr. 15/01236.
1 Het arrest in het geding
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 13 april 2018 arrest gewezen.
Nadien heeft [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) verzocht om verbetering van het arrest.
De Staatssecretaris van Financiën heeft zich schriftelijk over het verzoek uitgelaten.
Belanghebbende heeft in haar verzoek ten grondslag gelegd dat zij zich heeft verweerd tegen het beroep in cassatie, dat daarbij beroepsmatige rechtsbijstand is verleend en dat het beroep in cassatie ongegrond is verklaard. In onderdeel 3 van het arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze beslissing is onjuist op de gronden die belanghebbende aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd.
Herstel van deze kennelijke vergissing brengt mee dat onderdeel 3 van het arrest komt te luiden:
“De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 17/04037 met de onderhavige zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.” Het dictum wordt als volgt aangevuld:
“en, veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op de helft van € 2004, derhalve € 1002, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.”
2 Beslissing
De Hoge Raad:
verbetert het arrest van 13 april 2018, nr. 17/04037, op de hierboven in onderdeel 1.4 vermelde wijze, en
stelt de verbeteringen op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2018.